Dorpsstraat 9

Dit pand is in 1923 in opdracht van de gemeente Liempde gebouwd als ambtswoning voor de burgemeester. Op dat moment is het perceel nog in gebruik als weiland. De bouw past in de ontwikkeling van de Dorpsstraat: van landelijke weg met hier en daar een boerderij tot de kaarsrechte hoofdstraat in de kern van Liempde. De woning is een voorbeeld van een stadse villa, ontworpen door de architect Geerts uit Zevenaar, die een kopie maakt van een huis in Didam, aangevuld met een garage. Op de zolder van het huis wordt een 'meidenkamertje' gemaakt, waar de dienstbode overnacht.

De ontwikkeling van de Dorpsstraat naar de hoofdstraat van Liempde wordt in 1867 ingezet met de bouw van een nieuwe kerk aan de Dorpsstraat. Drie jaar eerder gaat de toenmalige kerk, samen met dertien huizen, verloren bij een grote brand aan het Kerkeind. Alle huizen aan de Dorpsstraat worden vanaf die tijd gebouwd als eenlaagse dwarse panden met een voorgeschreven gevelhoogte en teruggeplaatste rooilijn. Het centrale karakter van de straat komt verder tot uiting in de bouw van het klooster met school in 1887, de boterfabriek in 1896 en de lagere jongensschool met onderwijzerswoning in 1925. De burgemeesterswoning is statig gesitueerd op gepaste afstand achter de negentiende-eeuwse rooilijn. Na de pastorie is de ambtswoning het eerste Liempdse woonhuis met twee volledige bouwlagen en een zolder.

Qua bouwtype is het pand een laat voorbeeld van een stadse villa, hier ontwikkeld tot een blokvormig pand met een asymmetrische voorgevel. Aan de achtergevel van het huis staat een eenlaags gebouwtje dat oorspronkelijk de bijkeuken vormt. Ernaast ligt de garage die, net als het woonhuis dateert uit 1923. Het dak van de voormalige ambtswoning is bedekt met rode tuiles-du-Nord pannen op een samengesteld schilddak met een korte nok die haaks op de straat staat. Centraal op de nok staat een vierkant gemetselde schoorsteen. In de voorgevel bevindt zich een driezijdige erker met negenruits kruisvenster.

Op zolder wordt er door de eerste burgemeester een dienstbodekamer gemaakt. Mevrouw Van den Boek is aan het eind van de jaren twintig in dienst bij deze burgemeester. "Een mooi huis", noemt ze het. "Maar wel bewerkelijk", voegt ze eraan toe. "Vroeger moest alles geschrobd en geboend worden, maar dat is tegenwoordig niet meer zo". Bovendien had ze geen sanitair in het dienstbodekamertje waar ze twee jaar woonde. "Geen wastafels, je haalde het water in lampetkannen naar boven".

Sinds 1923 bewonen vier burgemeesters de ambtswoning. J. van den Bosch woont er tot 1947. Hij wordt afgelost door burgemeester G. Laurijssens die in 1968 plaats maakt voor P. Smits. In 1987 besluit de gemeente de ambtswoning, die dan hard aan een kostbare opknapbeurt toe is, te verkopen aan de nieuwe burgemeester J. Daandels. Wanneer Daandels naar Mill vertrekt verkoopt hij na enige tijd het pand. Vanwege de gemeentelijke herindeling is het niet waarschijnlijk dat het huis nog ooit als burgemeesterswoning dienst zal doen. Het is nu een particulier woonhuis.